Ik durfde geen v-hals te dragen
Een tijdje terug liep ik in het winkelcentrum en zag deze prachtige trui hangen. ‘Dan koop je hem toch?’ Werd er gereageerd. ‘Maar het is een v-hals’ reageerde ik terughoudend.
Die avond droeg ik een rokje
‘Dus? Als jij deze trui mooi vind, mag je hem toch dragen?’ Totdat de stress in mijn ogen zichtbaar waren. ‘Luister goed, jij mag dragen wat je wilt. En als jij deze trui mooi vind, dan mag je dat ook zeker dragen. Niemand heeft het recht om er vervolgens iets over te zeggen.’ Ik twijfelde. Ik wist dat het waar was. Dat het niet uit maakt welke kleding je draagt. Maar ik vond dit zo moeilijk.
Een jaar lang nadat ik was verkracht durfde ik geen jurkje of rokje meer te dragen. Uit angst om te vrouwelijk gekleed te zijn. Uit angst dat het reacties zou uitlokken. Uit angst om nog een keer verkracht te worden. Ik had die avond namelijk een rokje aan. En hoevaak ik reactie voorbij heb zien komen dat het zou gaan om wat iemand aan had. Om wat ik die avond aan had.
Verkrachting bepaalt je kleding
Na een jaar durfde ik weer een jurkje te dragen. En toen het zomer werd ook met blote benen. Ik durfde zelfs in de horeca, waar ik werkte, in een jurkje rond te lopen. Alleen al, omdat ik dan niet steeds met een broekriem liep te kloten. Behalve als ik in de avond moest werken, dan droeg ik er een legging onder. Voelde fijner.
Daar in die winkelstraat kwam het weer naar voren. Verkrachting bepaalt je kleding. Het meeste wrange eraan is dat het vaak onbewust gebeurd. Alleen denk ik er de laatste tijd bewuster over na. Waarom kies ik voor dit? Zo moest ik een tijdje terug naar de fysio waar een mannelijke stagiair zou zijn. Kortom, geen strakke bovenkleding, maar iets wat losjes om mijn lichaam zat. En ergens haat ik het dat dat mij een veilig gevoel geeft. Ik wil niet op deze manier nadenken over wat voor kleding ik aan trek. Het is er de afgelopen vier jaar alleen ingeslopen.
Mijn lievelingstrui
‘Als je de trui mooi vindt, dan koop je hem gewoon en draag je hem eerst thuis. Je hoeft er niet gelijk mee naar buiten.’ Dat dit gezegd werd hielp. Het was een soort tussenstap. Wel een v-hals dragen, wel deze trui dragen, maar dan thuis. Ik kocht de trui en als hij niet in de wasmachine zit heb ik hem aan. De trui is mijn lievelingstrui geworden. Hij is symbool gaan staan voor vrijheid, voor zelf mogen kiezen wat ik draag. Hij staat symbool voor zoveel stapjes. En Joy legde mij in mijn trui op een prachtige manier vast. Na vier jaar kan ik zeggen: ik durf weer een v-hals aan.