Maar je hebt toch een thuis?
Ik weet niet zo goed waar ik moet beginnen. Ik ben verhuisd. Op een nieuwe plek een nieuw begin. Thuis. Het woord wat ik altijd wel kende, maar een jaar niet meer heb gevoeld. Nu voel ik mij weer thuis in mijn eigen huis. En ergens haalt juist dat alles over hoop.
De afgelopen dagen gaan er zoveel gedachtes door mij hoofd. Ik voel simpel gezegd zo ontzettend veel. Geluk, verdriet, moe, rusteloos. Zo ontzettend dankbaar voor iedereen die er altijd is. Dankbaar voor de kans dat ik mijn verhaal mag delen hier. Dankbaar voor zoveel steuntjes in de rug. Dankbaar voor mijn lifesavers, die altijd voor mij hebben gevochten.
Zo lang overleven
Verhuizen was ingewikkeld. Geluk en verdriet gingen hand in hand. Waar een spiegel van boven naar beneden stuk op de grond viel en we allemaal keihard moesten lachen, naar keihard huilen toen alle dozen hier stonden. Thuis. Ik kan nog steeds niet geloven. Ik heb weer een thuis. En toen ik mij realiseerde dat ik op de bank zat tussen de dozen met allemaal lieve mensen om mij heen kon ik alleen maar huilen. Gelijk kwamen er armen om mij heen. ‘Het is oke Linds.’ ‘Dat weet ik, ik heb gewoon weer een thuis.’ Een glimlach door mijn tranen heen.
Hoewel ik de omgeving goed ken, immers ben ik op tien minuten loopafstand verhuisd, moet ik wennen aan de nieuwe geluiden. Nu dit echt mijn thuis is, komt ook alle moeheid eruit. In mijn veilige haven waar ik tot rust kan komen. Dit had ik van te voren wel bedacht en toch schrik ik. Ik heb zolang in overlevingsmodus gestaan. Ik ben zo lang bang geweest in het huis was mijn thuis moest zijn. De alertheid merk ik soms nog steeds als iemand de buitentrap oploopt. Gelukkig besef ik gelijk dat ik hier veilig ben. Hier kan hij mij niet vinden.
Kop in het zand
Maar ik merk dat het veel is. Ook nu, misschien wel juist nu komt er weer zoveel nieuws los. En hoewel ik bijna geen paniekaanvallen ‘s nachts meer hebt, grijpt het mij dikwijls naar de keel. Liever wil ik er voor weglopen. Juist, omdat ik het gevoel nu hebt dat iedereen denkt dat het nu goed gaat. Maar ik heb nog zoveel grijze dagen. De dagen dat ik mij alles behalve oké voel. Ergens is het niet eerlijk om te zeggen dat anderen dit denken. Nog vaker wil ik dit zelf. Ik wil dat het goed gaat. Nu moet het goed gaan. Nu is het goed. Alleen mijn PTSS is nog niet voorbij. Het is nog steeds oorlog in mijn hoofd.
Het geeft mij een gevoel van onmacht. Onmacht dat hoe graag ik ook wil en hoe hard ik er voor werk, tijd ook zo belangrijk is. Tijd heelt alle wonden, alleen de tijd duurt soms zo ontzettend lang. Time flies when you having fun, but it’s a pain in the ass when you feeling down.
Ik ben even niet in balans. Dat vind ik moeilijk. Ik wil mijn kop in het zand steken en doen alsof het niet zo is. Maar ik ben even niet in balans. Dat is voor zolang het duurt, nog even zoals het is.